De onderzoekslocatie heeft een rijk industrieel verleden (gasfabriek met gashouder, rubberfabriek met bijbehorend laboratoriumgebouw) wat terug te zien is in de karakteristieke gebouwen die er nu nog staan. Deze opvallende gebouwen lenen zich uitstekend voor (re)creatieve en culturele bedrijvigheid. Vandaar de ambitie om het terrein en de gebouwen een nieuwe toekomst en functie te geven. Voorafgaand daaraan wordt de bodem van het terrein goed onderzocht. Om te achterhalen of en wat voor verontreiniging in de bodem aanwezig is, is Geonius ingeschakeld.
De rol van Geonius
De afdeling Milieu heeft een aanvullend verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de onderzoekslocatie. De bodem en grondwaterkwaliteit zijn tot een diepte van ongeveer 9 meter beneden maaiveld in kaart gebracht. Bij het maken van de opzet voor dit onderzoek is rekening gehouden met de al beschikbare gegevens uit eerder onderzoek. Geonius heeft deze gegevens aangevuld met de uitkomsten van het aanvullend verkennend bodemonderzoek waarbij inzicht wordt gegeven in de toekomstige herontwikkeling van het terrein.
Tijdens het uitvoeren van het veldwerk is extra gelet op enkele specifiek gebruikte stoffen tijdens de periode van de gasfabriek, met name cyanide en ammoniak. Op het terrein van de gasfabriek werden steenkolen opgeslagen en verbrand in de nu nog aanwezige Cokesfabriek. Bij het verbranden van steenkool werd het vrijkomende gas afgezogen en gezuiverd (onder andere ontdaan van naftaline en ammoniak). Deze stoffen werden vervolgens afgevoerd via een teerleiding en ammoniakwaterleiding naar een ondergrondse put. Ook werd ijzeroxide gebruikt om het gas te zuiveren/te ontdoen van cyaan. Hierdoor ontstaat een chemische reactie waardoor cyaan zich bindt aan dit ijzeroxide en dit blauw verkleurt (toxische stof cyanide).