Het voornemen is om de inrit tegen het buitentalud van de regionale waterkering aan te leggen. Hierdoor wijzigt het dijkprofiel. Ook is de veenkering op dit moment niet stabiel genoeg. Als gevolg van samendrukbare grond en de spreiding van de belasting, zal zakking van de inrit mogelijk gevolgen hebben voor de hoogte van de dijk. Genoeg redenen dus om de situatie goed te analyseren voor aanvang van de aanleg van de inrit.
De rol van Geonius
Onze afdeling geotechniek is ingeschakeld om de invloed van de dijk te bepalen en diverse analyses uit te voeren. Bij Geonius rekenen we met modellen waarbij de invloed van de inrit op de dijk inzichtelijk wordt gemaakt. Zowel in stabiliteit van de waterkering en de inrit, maar ook de zettingen van het dijkprofiel.
Op basis van beschikbaar grondonderzoek uit het TNO Dinoloket, een openbare database met ondergrondgegevens van de Nederlandse ondergrond, is de bodemopbouw in kaart gebracht. Om tot een analyse te komen heeft de opdrachtgever het profiel van de dijk aangeleverd, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe de inrit wordt aangelegd en met welk materiaal. Het is van belang te achterhalen wat het effect van het aanbrengen van de inrit op de omgeving zal zijn.
Met de verzamelde gegevens is er een zettings- en stabiliteitsberekening voor de tijdelijke inrit uitgevoerd. Uit de analyses is onder andere gebleken onder welke hoek/steilheid van het talud de inrit aangelegd kan worden. Een te steil talud bezwijkt eerder dan een flauw talud. Dankzij de uitgevoerde analyses is precies berekend onder welke steilte van het talud de inrit bezwijkt, zodat bij het aanbrengen van de inrit daar rekening mee gehouden kan worden.