De aanleiding voor het onderzoek ligt in de verouderde beoordelingsmethode uit de jaren ’90 (Reijnen en Foppen). Sindsdien is er veel kennis opgedaan over verstoring van dieren, zijn veel monitoringsgegevens verzameld en zijn statistische analysetechnieken enorm verbeterd. Voor een betrouwbare effectbeoordeling van infrastructuurprojecten is het van belang dat deze recente kennis wordt toegepast.
Analyse van 150.000 vogelterritoria
René analyseerde meer dan dertig jaar aan broedvogelgegevens van Sovon, afkomstig van ca. 150.000 territoria van bijna 140 verschillende soorten broedvogels nabij snelwegen verspreid over Nederland. Hieruit bleek dat verstoring van broedvogels kan optreden tot op ongeveer 650 meter afstand van een snelweg. Opmerkelijk was dat dit effect consistent werd aangetoond bij een grote verscheidenheid aan soorten.
Ook werd vastgesteld dat de verstoringsafstand sterk samenhangt met de verkeersintensiteit: hoe drukker de weg, hoe groter het verstoringseffect. De formule die René ontwikkelde om dit verband te kwantificeren, vormt de basis voor een nieuwe beoordelingsmethode. Rijkswaterstaat is voornemens deze methode later dit jaar in te voeren.
Voordelen van de nieuwe methode
- Realistischer inschatting van effectafstanden
- Geen noodzaak meer om geluidcontouren te modelleren
- Beoordeling op basis van het totale waargenomen effect van verkeer
- Praktisch toepasbaar met eenduidige uitkomsten
- Potentiële verkleining van de compensatieopgave
Geonius is trots op Renés bijdrage aan deze vernieuwende en maatschappelijk relevante kennisontwikkeling. Zijn werk draagt bij aan betere ecologische beoordelingen en aan praktische, onderbouwde keuzes binnen infrastructuurprojecten.